Twee posts op twee dagen over de kippen? Yep, meneer hier lijdt efkes aan het ‘trotse vader’-syndroom.
Maar geef toe, ‘t zijn toch schone beesten (yep, het ‘mijn beest, schoon beest’-syndroom heb ik ook al te pakken)!
‘t Was efkes wachten maar ik heb dan toch een paar Tiense vechters te pakken. Niet in het minst dankzij de Belgische vechthoendersclub. Redelijk wat over en weer bellen, voice mailkes achterlaten. Elkaar telefoongewijs net mislopen, om dan vorige week het verlossende telefoontje te ontvangen. Er waren Tiense vechters beschikbaar en of ik ze eventueel zaterdag kon oppikken want de madam van de club had andere verplichtingen. ‘t Was in een gehucht in de buurt van Verviers te doen. La wallonie profond dus. Er doemden in mijn hoofd direct beelden op van een verlaten weggetje, een half ingezakte boerderij, waar een oude manspersoon me al rochelend en hoestend ergens achteraan op zijn erf een paar kippen zou tonen. ‘Of ze goed waren’, zou hij vragen, met een blik die geen twijfel liet bestaan dat JA het enige antwoord was dat geaccepteerd zou worden. Betalen, met een bang hartje de kippen inladen en dan rijden, rijden, rijden voor de dood om het gehucht te ontvluchten. Madam boerenerf zegt dat ik wat teveel naar Calvaire heb gekeken. Ze heeft waarschijnlijk gelijk, want in de realiteit kwam ik bij een proper rijhuis (met ne vree schone authentieke vloer, jaloers). Was het een jong manspersoon die opendeed. Un homme trés sympathieke, die de beestjes met liefde kweekte. Beetje uitleg over de soort gekregen en met de beesten vanachter in een doos was het weer huiswaarts. Ze waren braaf tijdens de rit, behalve als ik een scherpe bocht moest nemen. Zo onverwacht heen en weer schuiven in de doos vonden ze wat minder plezant. En die onvrede lieten ze merken.
Ne keer thuisgekomen ze tijdelijk in bovenstaande kooi gestoken. Het kippenhok zelf moest immers nog gekalkt worden.
Ik moet wel nog de nieuwe deur aan het kippenhok steviger vastnagelen, ze in een schoon kleurke verven en links en rechts nog een spleet met een plankske dicht timmeren. Maar dat er weer kippen op het boerenerf zitten! En ‘t zijn zulke dingen die er een echt boerenerf van maken!
Update: kippen zullen doen wat kippen doen, eitjes leggen. Met veel trots: het eerste eitje van ons boerenerf!
Meteen is de aloude vraag wat er eerst was, de kip of het ei, beantwoord.
Het was de kip, zo’n twee uur later gevolgd door het ei.
Onderdeappelboom heeft een nieuw vrijdag vertelselke. En ik moet zeggen: het kan weer tellen. Madam appelboom legt de lat verdomd hoog voor haar medebloggers. ‘k Gaan echt eens wat meer tijd moeten uittrekken voor mijn schrijfsels! Dat ik tenminste tot aan haar literaire enkels geraak nondemille!
Wat het stokje betreft. Ook hier is er een directe link naar de grootvader. Wegens 2 werkende ouders werd ik voor en na school bij de grootvader ondergebracht. Grootvaders huis had een tuin, maar daar zwaaide grootmoeder de plak. Daarom dat grootvader er niet beter op gevonden had om een eindje verder een verwaarloosde lap grond te huren. Dit was DE RANCH.
Een stuk wildernis waar niemand in geen eeuwen had naar omgekeken en waarop hij kippen hield en een pony voor de kleinkinders. De pony was wegens slechte manieren voorbestemd voor een carrière in de lijmindustrie. Grootvader vond het een schoon beesteke, dacht dat het met die slechte manieren wel zou meevallen en ‘redde’ het beestje voor een zacht prijsje. Waarna ik tijdens de eerste ontmoeting prompt getrakteerd werd op een kloeke schop die me meters in de lucht capituleerde en me op 5 centimeter na bijna tot castraat omtoverde. Hij is de rest van zijn leven ne valsaard gebleven. Maar wel ne schone valsaard.
Ge kunt het niet echt tuinliefde noemen bij de grootvader. Want de wildernis is al die jaren wildernis gebleven. Met moestuingedoe moest ge bij de grootvader niet af komen. Liever was hij in zijn schuur bezig met het bewerken van hout en metaal. Hij bricoleerde graag. En de ranch gaf hem een plek om buiten te bricoleren. Een kippenhok in mekaar steken, beschutting voor de pony bouwen. Van die zaken, maar bitter weinig gewroet in de grond.
Ik heb er een voorliefde voor een schone lap grond met bomen en fors uit de kluiten gewassen kippen aan overgehouden (pony’s zie ik wat minder graag). En ik denk dat ik volgend jaar aan een cursus houtbewerking begin (al was het maar om zulk een kippenhok te kunnen maken).
© 2024 BOERENERF
Theme by Anders Noren — Up ↑
Recente reacties