Naast ons boerenerf loopt een paadje. En langsheen dat paadje staat onze haag. Onze mottige haag.

Als er iets is in de tuin dat ons echt, maar dan echt niet aanstaat is het de haag. Ze is lelijk, halfdood en moest dringend ne keer gesnoeid worden. Want langs het paadje stappen wel redelijk wat mensen voor naar de kerk te gaan of naar de school (‘t is zo een binnendoor paadje). En voor ge het weet zijt ge ‘die stadsmensen die hun haag niet goed onderhouden’. En dat is nu niet de naam die we hier willen krijgen. D’er was niet al te veel goesting hier. Want een haag snoeien, ‘t is hard labeur. Zeker als het zo een verwaarloosde haag zoals de onze is. En we spreken hier over 64 meter haag hé. Dat zijn 64 zware meters. Dat is de muur van Geraardsbergen in de ronde van Vlaanderen. Als ge niet super zit, hebt ge geen goesting om daar aan te beginnen.

Soms denk ik: den hof, die had gerust wat groter mogen zijn. Maar als ik dit zo bezie denk ik: diene hof is groot genoeg!

Efkes ne close-up:

Zo van dichtbij valt pas echt goed op wat voor mottige haag wij hebben

Ben er zaterdag dan toch maar aan begonnen. Eerst de remorque gaan legen op het containerpark (want die lag nog vol van vorige zondag). Dan de haagschaar bovengehaald en zowat elke elektrische verlengkabel die ik kon vinden bij elkaar gesprokkeld. Want vergeet niet mensen: 64 meter haag, dat is 64 meter elektriekkabel dat ik nodig had. En ik kon maar vanaf de keuken vertrekken, dus alles bij elkaar toch zekers 75 meter kabel. Wie heeft dat in godsnaam in huis? Wij blijkbaar niet! ik kwam toch wel 5 meters te kort zekers? Wat godmiljaardedju betekent dat ik A) volgende zaterdag extra verlengkabel moet gaan kopen en B) ik dus volgend weekend nog ne keer aan die haag mag werken.

Pas op, ‘t kwam wel een beetje goed uit dat mijne kabel op was. Want ik was ook ver op mijn einde. Het begon wat moeilijk te worden om die haagschaar nog met manieren omhoog te tillen. En met zo een gevaarlijk machien staan werken terwijl al uw armspieren serieus zeer doen en al ne keer durven verkrampen: veilig is dat niet.

Tevreden bekijkt de vent het resultaat zijner noeste arbeid. En dan denkt hij aan de opkuis en vloekt ne keer.

Toen moest ik dus nog aan mijne opkuis beginnen. Ik dacht eerst nog van: we laten dat liggen en noemen het een ecologisch paadje. Maar madam boerenerf beweerde dat de dorpsgenoten daar niet akkoord mee gingen zijn. Toen dacht ik aan mijn jeugd en hoe ik de pa hielp bij den opkuis nadat hij mijn grootmoeders haag had gesnoeid (‘t is trouwens die haagschaar die nu in mijn kot hangt). En de zondag krijgen we bezoek van vrienden met ne kleine pagadder. Ideaal, nietwaar? Maar na een telefoontje bleek dat zij het niet zo voor kinderarbeid hebben. Die moderne ouders tegenwoordig! Ik heb het dan maar zelf opgekuist. Twee remorques vol! Half vijf was het en ik was stikkapot.

Blijft wel nog de vraag: door wat gaan we die haag vervangen? We zijn er nog altijd niet uit. Onze nieuwe haag moet plezant zijn voor de vogels en andere beesten, voldoende privacy geven, niet te stekelig zijn (zie dat er iemand van het paadje in de haag belandt) maar tegelijk zombie-proof zijn, onderhoudsvriendelijk maar het liefst wel snel groeien want anders zitten we jaren met ne serieuze inkijk op onze hof. Moeilijk, moeilijk, moeilijk.