D’er zijn van die momenten dat ge door u huis stapt, iets ziet en denkt: ‘tiens, volgens mij is er hier iets anders?’. Ik begon zelfs te denken dat ik zo lichtjes zottekes aan ‘t worden was, want ik had er veel geld op durven verwedden dat madam boerenerf haar caoutchou botten d’er zo uitzagen. Maar wat zijn dees dan?

serieus, die botten waren toch rood wit?

Kameleon-botten dacht ik eerst nog. Maar ‘t bleken gewone botten te zijn. En dan beginnen er zo alarmbellekes in mijn hoofd te rinkelen. Een kleine ongerustheid dat madam boerenerf een schoenenmadam aan het worden is. En schoenenmadammen, daar heb ik nen heilige schrik van (dat begint met twee paar caoutchou botten en eindigt als Imelda Marcos, en ik wil ik helemaal geen Filipijnse dictator zijn!). Gieters daar kan ik nog mee leven, maar een schoenen- of handtassen- obsessie? Daar pas ik voor.

Ik met die botten naar madam boerenerf, of ze daar ne goeien uitleg voor had.

En die had ze.

Wat bleek? Ze wou al van in het begin van die schone bollekes botten. Maar die vond ze niet in Gent. Uiteindelijk heeft ze dan maar die andere caoutchou botten gekocht. Een soortement troost botten dus. Maar als ge dan plotseling uw eerste gedacht tegenkomt, is dat moeilijk weerstaan. En dus heeft ze de bollekes botten gekocht.

En verder vond ze het ook een HEEL GOED idee om een paar leuke reserve botten te hebben. Voor als we bezoek hebben. Want venten, die trekken hun dat niet aan om met hun schoenen door de modder in onze tuin te baggeren. Maar vrouwen, die hebben meestal fijner schoeisel die ze het liefst niet ruïneren in onzen hof. En dan gaat dat tweede paar botten HEEL goed van pas komen.

Vooral dat laatste was wel nen heel goeien uitleg.

Maar dat ik het toch schoonekes in het oog ga houden hoeveel schoenen/caoutchou botten/laarzen d’er hier precies binnen komen.