Ik vind onze tuin zo leuk omdat het nog een echte boerentuin is. Een echte boerentuin, dat is een opbrengsttuin. Een tuin die moest zorgen voor het levensonderhoud van de boer en zijn familie. Dat ik heb ik altijd leuker gevonden dan minitieus aangelegde tuinen.

Want die grote, aangelegde tuinen da’s eigenlijk gestoef van de adel. Om te tonen aan de keuterboerkes dat zij zo rijk waren dat ze het zich konden veroorloven om goede grond onproductief te laten. Snobisme was het.  Indruk maken op het plebs. Dat was zo succesvol dat de meeste mensen tot op heden dat voorbeeld nog steeds slaafs volgen in hun eigen tuin. Marketing werkt.

Maar ik hou dus van nen boerentuin. Opbrengen moet mijn lap grond! Opbrengst is voor mij wel niet meer wat het voor de boer 50 jaar geleden was. Ik wil rust in mijn tuin. Ontspanning. Dat is dan op mijn gemakske naar mijn scharrelende kippen kijken. Naar de krieken en appels op mijn bomen. Zo van die zaken.

Maar dat betekent niet dat ik helemaal content ben dat al ons fruit zo maar nutteloos op de grond valt. Goed er is de mobiele fruitpers. Maar in alle eerlijkheid, ik vind dat die vrij goed doorrekent (ik hoop dat de prijzen hier wat schappelijker zijn). Dat kost dus eerder geld dan dat het opbrengt. Rest weinig anders dan het zelf verwerken: confituur of cider. Madam boerenerf gaat zich over de confituur-afdeling bekommeren. Ik wil me wel eens aan de cider wagen. Een beetje rondsurfen bracht me bij brouwland. Maar jawadde, dure prijzen. Het voorbeeld van de Warnefordstraat volgend begon ik wat op de 2dehandsmarkt te kijken. Zonder al te veel succes trouwens. Tot ik er met onze overgebuur over sprak. Die kende wel nog iemand die dat vroeger ook gedaan had en nog wel wat gerief staan had.

De zondag ik er naartoe. Een uurtje later was ik 150 euro armer maar wel nen auto vol gerief rijker:

En als ik vol zeg, bedoel ik ook vol. Tot op de passagierszetel stond er een dame Jeanne. En dan had ik nog niet alles mee. Volgende zondag mag ik nog eens passeren.

7 grote dame jeannes in totaal, watersloten en plastieke vaten met kraantjes voor de eerste gisting. Hier en daar ga ik wel nog een prul missen, maar ik ben min of meer volledig geëquipeerd denk ik.